Ik heb al eerder geschreven over de verschillende visies van mij en mijn kinderen. En mijn woordkeuze heeft hier vaak alles mee te maken. Als ik en mijn kids botsen in de communicatie, komt dit ontzettend vaak door het feit dat ik vooral míjn doel voor ogen heb en mijn kinderen hebben hún doel voor ogen. Vanuit dat oogpunt gaan we dan communiceren. En dat kan dan ongeveer zo gaan; “Ga je je kleren aantrekken? Je moet zo naar school!” Geen reactie….“Ga je nu je kleren aantrekken? Je moet zo naar school!” ‘Maar maham.. ik moet nog even deze file van auto’s afmaken!’“Nee je gaat nu je kleren aantrekken, anders bén je te laat op school!” Hierop volgt negen van de tien keer een explosie.
De echte oorzaak
En wat dat nu te maken heeft met woordkeuze? Zo ongeveer alles. Maar eigenlijk ligt het vooral in mijn hartsgesteldheid waar deze woordkeuze uit voortkomt. In bovenstaande situatie wilde ik grip en controle, er was weinig tot geen ruimte voor de wereld van zoonlief.
Ik vond het vooral belangrijk dat zoonlief goed gekleed en op tijd op school was, en wat was mijn diepste drijfveer hierin? Voor mij was dit heel lang angst voor falen. Falen omdat ik niet op tijd zou kunnen zijn. Falen omdat mijn kinderen niet netjes genoeg gekleed zouden zijn. Falen omdat ik dan blijkbaar geen goede moeder zou zijn.
Die angst zorgde ervoor dat ik op deze manier communiceerde met zoonlief. Dat ik vooral míjn doelen op het oog had en mijn zoon uit het oog verloor.
De 1e vrucht
Waren mijn vragen aan hem dan onredelijk? Nee, dat waren ze absoluut niet. Maar door mijn hartsgesteldheid werden ze dat wel. Mijn hartsgesteldheid bracht de vrucht voort van angst, van falen, van onzekerheid. En dat uitte zich in de focus op mijzelf in plaats van op mijn zoon. Zonder dat ik het door had overigens.
Maar er was geen ruimte en mogelijkheid in mijn beleving om zulke situaties anders aan te pakken. Waarbij hetzelfde bereikt zou worden, maar een complete aanpak en woordkeuze gehanteerd moest worden. Waardoor de woorden die gebruikt werden hun goede kracht kregen en opbouwend werkten in onze relatie. Tot ik hulp zocht en we op zoek gingen naar mijn drijfveren. Hier kwam ik erachter hoeveel impact dit had op mijn relatie met, in dit geval, zoonlief.
Levenslessen toepassen
Waar ik nog steeds tegen hetzelfde gedrag aanloop bij zoonlief, dat hij niet luistert en graag zijn eigen plan af wil maken, kan ik het nu anders benaderen. Waar ik ervaar dat ik mijn geduld begin te verliezen ga ik eerst in razend tempo door een zelfscreening. Ik vraag me af wat ik doe, waarom ik dit doe, en wat de uitkomst is als dit niet afloopt zoals ik wil. En ik test mijzelf op de waarde die dit voor mij heeft. Als mijn zoon te laat op school is, als hij een combinatie kleren aan heeft waar ik enigszins de kriebels van krijg (naast het feit dat het niet wenselijk is), gaat mijn waarde als persoon daar niet mee naar beneden. Zodra ik die waarheid opgehelderd heb, verdwijnt de onrust, de paniek en het ongeduld. Ik vraag daarin de Heere om hulp en leg de situatie in Zijn handen. En verder doe ik niets anders dan mijn best.
De goede vrucht
En dat heeft als gevolg dat ik ruimte vind om na mijn vraag, op mijn hurken naast zoonlief te gaan zitten en te vragen wat hij aan het maken is. Ruimte krijg in mijn hoofd voor de leefwereld van mijn zoon. Waardoor wij in verbinding komen en in rust afspraken kunnen maken. Waarbij we positieve woorden gaan gebruiken naar elkaar, en meestal gebeurt dan ook nog exact wat ik vraag. Maar dan vooral in een omgeving van vrede en liefde.
Wie een wijs hart heeft, schoolt zijn mond
en geeft zo kracht aan het betoog van zijn lippen.
Een vriendelijk woord is een korf vol honing,
zoet voor de ziel en gezond voor het lichaam.
Spreuken 16:23-24 (NBV21)
Wat doen onze woorden?
In Spreuken onderwijst de Heere ons Zelf over de functie van ons hart met daarin de uitwerking in onze woorden. Ik heb nu als voorbeeld deze situatie met mijn zoontje gebruikt, maar kan nog ontelbaar andere voorbeelden noemen. Ik zie het om mij heen gebeuren hoe woorden gebruikt worden en maak het te vaak persoonlijk mee hoeveel kracht deze in negatieve zin kunnen hebben. Zullen we onze woorden wegen, voor we ze uitspreken? Zullen we ons hart toetsen voor we de woorden die daaruit voortkomen zomaar uitspreken?
Leven voortbrengen door Hem
Want kijk nu eens wat de Heere ons leert; Iemand met een wijs hart schoolt zijn mond. En geeft zo kracht aan het betoog van zijn lippen! Als we ons hart op God gericht houden. Als we leven vanuit Hem, op welk gebied dan ook, dan krijgen onze woorden kracht. En niet een klein beetje kracht. Onze woorden zijn dan als een korf vol honing, zoet voor de ziel en gezond voor het lichaam! Ze kunnen wonden balsemen die op harten toegebracht zijn. Ze kunnen pijn verzachten waarvan mensen zich misschien niet meer bewust van zijn maar waar ze wel uit leven. Ze geven leven. Ze geven hoop. Ze komen voort uit God Zelf.
Geschreven door Hanneke van der Schelling