Getuigenis van Willemijn VerzijlOp 2 april was het wereld-autisme-dag. Een dag waarop instanties en influencers ineens massaal postten over hoe belangrijk het is om autistische mensen te waarderen en de ruimte te geven, ook al hebben ze het er de rest van het jaar met geen woord over gehad. En waarom? Om relevant te zijn? Misschien. Omdat het onderwerp ze raakt? Die kans is zeer aanwezig. Het hele bestaan van een wereld-wat-dan-ook-dag draait erom dat het belangrijk is om bij sommige onderwerpen stil te staan. Er tijd en aandacht aan te schenken. Er woorden aan te geven. Want woorden hebben impact.
Als je ergens woorden aan geeft, wordt het echt. Dat zien we in de Bijbel ook, en in het scheppingsverhaal bij uitstek: God spreekt, en het is er. Nu hebben wij mensen geen scheppende stem, maar onze woorden hebben wel degelijk effect!
Mens, erger je niet!In de eerste plaats beïnvloeden onze woorden onze eigen emoties. Gedachtes die je uitspreekt, worden echt. Daar kun je niet meer omheen: het is gesproken, dus het bestaat, en je moet er iets mee. Als je iets heel spannends moet gaan doen, en je denkt “Ik kan het niet”, dan is dat natuurlijk heel naar. Maar als je dat vervolgens uitspreekt, is de kans veel groter dat het inderdaad niet gaat lukken. Je brein gelooft namelijk in eerste instantie wat jij zegt. Het wordt dan een soort selffulfilling prophecy. Wetenschappers hebben onderzocht of het tegenovergestelde ook waar is, en wat blijkt: als je iets spannend vindt, en je zegt voordat je begint “Ik heb er zin in!” dan interpreteert je brein de hoge hartslag en adrenaline als tekenen van opgewondenheid in plaats van angst. Bizar hè!
Kies en keurGesproken woorden hebben dus enorme impact. Al is de inhoud nog zo bizar of irreëel, het feit is dat de woorden geklonken hebben. En dat geldt ook voor geschreven tekst. Hoe vaak hoor je niet “even opschrijven hoor, anders vergeet ik het”? Als je in een dagboek schrijft, ben je woorden vanuit je gedachten aan het overzetten op papier, en daarbij maak je keuzes. Déze woorden gebruik ik wel, díe niet. Dít wil ik wel opschrijven, maar dát vind ik niet zo belangrijk. Deze keuzes worden grotendeels beïnvloed door je stemming op dat moment. Daarom is het zo belangrijk om bijvoorbeeld een gratitude journal bij te houden, en bewust woorden te geven aan positieve herinneringen. Want ook je eigen woorden blijven je bij!
Wat zég je?Onze woorden hebben ook invloed op anderen. Woorden heb je nodig om in contact te komen met een ander. Ze geven aan hoe je je verhoudt tot die ander. Woorden dragen een lading met zich mee, en daarmee bedoel ik niet alleen de woordenboekbetekenis. Denk maar eens aan het verschil tussen iemand aanspreken met “u” of met “jij”. Dat ene woordje kan de hele toon van je boodschap veranderen! Machtsverhoudingen en respect voor de ander worden grotendeels gecommuniceerd door middel van woordkeuze. Maar de invloed van woorden gaat zo veel verder!
Tussen de regels doorIn mijn werk als vertaler ben ik constant bezig met woordkeuze. Bij de vertaalopleiding heb ik geleerd dat mijn insteek het beste kan worden omschreven als ‘doelgroepgericht’. Dat betekent dat ik een tekst niet alleen woord voor woord wil overzetten van het Engels naar het Nederlands, maar dat ik daarbij in de eerste plaats rekening houd met de mensen die mijn vertaling uiteindelijk gaan lezen. Want welke woorden zijn geschikt voor deze groep mensen, en waarom? Wat betekent dit specifieke woord voor deze groep mensen? Is er een onderliggende lading aan verbonden? En hoe zit dat eigenlijk met de brontekst, wat wil de schrijver hier nou echt zeggen, tussen de regels door? Die boodschap moet in de vertaling ook doorkomen, dus is het aan mij als vertaler om woorden te kiezen die zowel de boodschap-op-het-eerste-gezicht als de onderliggende boodschap overbrengen aan de nieuwe groep lezers.
InlegkundeEn dat vraagt een stukje invulkunde, want het is niet altijd duidelijk hoe dat lezerspubliek eruit gaat zien. Bij mijn scriptieonderzoek ben ik bezig met de verschillen tussen een tekst voor een meiden magazine en een artikel in een wetenschappelijk tijdschrift, en de verschillende keuzes die vertalers maken bij het vertalen voor elk van de doelgroepen. Rekening houden met de ander is dus onlosmakelijk verbonden met de woordkeuze bij vertalen. Doe je dat niet, dan kan het maar zo zijn dat de lezer van de vertaling een compleet ander verhaal voor zijn neus krijgt dan iemand die een boek in de oorspronkelijke taal leest! Ook dat is de kracht van woorden.
Ieder woord een eigen kleurEen van de redenen dat deze vertaalaanpak mij zo aanspreekt, is omdat ik ontzettend gevoelig ben voor de onderliggende lagen van woorden. Bij mijn opleiding noemden we dat connotatie: ieder woordje heeft een kleur, een reeks associaties die er niet van los te koppelen zijn. En een woord kan voor de ene persoon ook nog eens andere connotaties hebben dan voor de ander. Zulke nuanceverschillen tussen verschillende woorden kunnen grote impact hebben op hoe een boodschap overkomt, juist als non-verbale signalen niet kunnen worden meegenomen in het interpreteren van die woorden. Daarom vind ik het ook juist bij geschreven tekst, zoals appjes, belangrijk én tegelijk heel moeilijk om de juiste woorden te kiezen.
Begrijp ik het goed?Dit is iets wat ik altijd al lastig heb gevonden, en dat heeft deels te maken met mijn autisme. Want wanneer kan ik er zeker van zijn dat ik degene die me iets vertelt of schrijft goed begrijp? En komt wat ik wil zeggen wel op de juiste manier aan bij de ander, of sla ik met deze toon finaal de plank mis? Daarin speelt voor mij een angst om verkeerd begrepen te worden, of om de ander verkeerd te begrijpen, en vooral om de ander onbedoeld te kwetsen. Juist omdát ik weet hoe groot de impact van woorden kan zijn.
Communicatie is vertrouwenEen andere factor die hierin meespeelt, is vertrouwen. Durf jij erop te vertrouwen dat een ander meent wat hij of zij tegen je zegt? En ben jíj op je woord te geloven? Ik heb er zelf nog wel eens een handje van om van alles toe te zeggen zonder eerst goed na te denken of ik die beloftes wel kan waarmaken
. “Laat uw woord ja ja zijn en uw nee nee,” zegt Jezus in Mattheüs 5:37. Dat is weer een mooie reminder voor mij om me 1) aan mijn woord te houden, 2) niet verantwoordelijk te maken voor taken waar ik geen ruimte voor heb, en 3) niet al te veel zorgen te maken of mensen wel echt menen wat ze zeggen. Als ze christen zijn, mag ik daarvan uitgaan, en de rest van de verantwoordelijkheid ligt bij hen. Zo ligt dus ook de verantwoordelijkheid van mijn woorden bij mij, en die voor jouw woorden bij jou. Zullen we daar zorgvuldig mee omgaan?
Het Woord als voorbeeld“Taal is iets heel menselijks.” Zo begon de eerste versie van de inleiding op mijn masterscriptie. Maar zoals ik al eerder zei, is taal in de Bijbel in de eerste plaats iets Goddelijks wat Hij aan ons heeft gegeven. God Zelf is het Woord (Johannes 1), en Hij spreekt en het is er (Psalm 33:9). Die krachtige woorden heeft God uit liefde ook aan ons mensen gegeven, zodat we in contact met Hem en met elkaar konden komen. God wil woorden gebruiken om tot ons te spreken in de Bijbel en door influisteringen van de Heilige Geest. En tegelijkertijd mogen wij ook woorden gebruiken om ons aan Hem en aan andere christenen te verbinden. Hij zegt het Zelf in Romeinen 10:
“Als u met uw mond de Heere Jezus belijdt en met uw hart gelooft dat God Hem uit de doden heeft opgewekt, zult u zalig worden. Want met het hart gelooft men tot gerechtigheid en met de mond belijdt men tot zaligheid. […] Want ieder die de Naam van de Heere zal aanroepen, zal zalig worden.” Romeinen 10:9-13 HSV
Wat een belofte! De woorden die in ons hart klinken, mogen we hardop uitspreken en zo belijden dat God Zelf voor ons de straf heeft betaald! Woorden zijn extern bewijs van een interne overtuiging, want waar het hart vol van is, loopt de mond van over. Wat heerlijk als die woordenstroom uit ons binnenste ons dichter brengt bij God. Als je spreekt over je geloof, vanuit je geloof, mag je erop vertrouwen dat God die woorden kan en wil gebruiken om ook anderen tot Hem te roepen! Durf jij je woorden daarvoor in te zetten?
Het laatste WoordMisschien is je antwoord wel ‘nee’. Ik moet heel eerlijk zeggen dat ik dat zelf ook heel lastig vind. Ik durf er zelfs niet altijd van uit te gaan dat mijn geloof echt is, laat staan dat ik erover durf te praten. Die twijfel gebruikt ook woorden, en ook die hebben kracht. Maar onthoud – en dit zeg ik ook tegen mezelf! – dat dit geen woorden van God zijn. Hij alleen heeft het laatste woord! Dus als je nog niet durft te spreken uit of over je geloof, wil ik je bemoedigen en oproepen om toch Gods waarheid uit te spreken over je leven. Verdiep je in Zijn Woord, want daar leer je meer over Hem en over jezelf. Daar vind je de gedachtes die Hij over je koestert, en leer je met de psalmisten biddend zingen. Want ook als je het zelf niet ziet, is God erbij!
Ja, juist als ik het allemaal niet kan overzien, mag ik zeggen dat alles in Zijn hand ligt. En als ik dat niet hardop kan zeggen, mag ik het fluisteren. En als zelfs fluisteren niet lukt, mag ik het opschrijven, al loopt de inkt soms uit door tranen. En ook als dat niet lukt, hoef ik alleen maar te zuchten en stil te zijn, want God kent mijn hart.
“Heere, al mijn verlangen ligt voor U open, mijn zuchten is voor U niet verborgen.” (Psalm 38:10 HSV)
Geschreven door: Willemijn Verzijl
2-4-2025
Bron: (onderzoek woorden en stemming)
https://www.inc.com/jessica-stillman/the-antidote-to-anxiety-excitement.html