“Wie ben ik eigenlijk?” Heb jij jezelf die vraag wel eens gesteld? Ik denk dat veel mensen zich weleens afvragen: “Hoe zien anderen mij? En hoe zou God naar mij kijken?”.

In onze samenleving baseren we onze identiteit vaak op wat we doen, wat we bereikt hebben, of hoe anderen ons zien. Je werk, je opleiding, je talenten – ze vormen samen een beeld van wie jij bent. Maar wat blijft er over als die dingen veranderen? Als je je baan verliest, vriendschappen stoppen of je ziek wordt?

 
Wat is identiteit – en wat zegt de Bijbel daarover?
Identiteit is meer dan een beschrijving van jezelf. Het is de kern van wie je bent, waar je vandaan komt en wat jouw leven betekenis geeft. In de psychologie gaat het over het ‘zelfbeeld’. Maar de Bijbel kijkt dieper dan alleen hoe jij jezelf ziet. Daar begint het niet bij jou, maar bij God. Wist je dat het Hebreeuwse woord voor naam – שֵׁם (shem) – veel meer betekent dan alleen een label? Shem staat voor karakter, reputatie, bestemming. In de Bijbel is een naam nooit zomaar een naam. Het vertelt wie iemand is – of zelfs wie iemand zal worden.

 
God verandert namen – en levens
Als je de Bijbel leest, valt je misschien op dat God mensen regelmatig een nieuwe naam geeft. Waarom doet Hij dat? Omdat Hij niet blijft hangen in hun verleden – Hij spreekt over hun toekomst. Hun identiteit wordt niet meer bepaald door wat ze hebben gedaan, maar door wat Hij in hen ziet.

Neem Abram. Een man die kinderloos was en eigenlijk te oud om nog kinderen te kunnen krijgen. Maar God noemt hem Abraham – vader van vele volken (Genesis 17:5). Dat klinkt haast ironisch. Maar voor God is die naam een belofte. Een nieuwe identiteit, niet gebaseerd op zijn huidige situatie, maar op Gods plan met zijn leven.

Of denk aan Jakob, wiens naam ‘bedrieger’ betekent. Hij leeft jarenlang in leugens en vlucht. Tot hij een nacht worstelt met God. Dan zegt de Heer: “Je zult niet langer Jakob heten, maar Israël.” (Genesis 32:28 NBV21) Van bedrieger naar strijder van God. Een nieuwe identiteit.

En dan is er Simon, impulsief, wisselvallig, een flapuit. Jezus kijkt hem aan en zegt: “Jij bent Petrus – de rots.” (Mattheüs 16:18 NBV21) Op dat moment is Simon allesbehalve een rots. Maar Jezus spreekt hem aan op wie hij kan worden.
 

Noem mij Mara
Soms kiezen mensen zelf een andere naam, vaak vanuit pijn of teleurstelling. Een van mijn favoriete Bijbelverhalen is die van Naomi. De naam Naomi betekent ‘lieflijkheid’. Naomi verliest haar man en beide zonen. Wanneer ze terugkeert naar Bethlehem zegt ze: “Noem mij niet langer Naomi, maar Mara, want de Almachtige heeft mij veel bitterheid aangedaan.” (Ruth 1:20 NBV21) Mara betekent ‘bitterheid’.

Op dat moment weerspiegelt haar nieuwe naam haar pijn. Haar verhaal is getekend door verlies. En toch: God herschrijft ook haar verhaal. Via haar schoondochter Ruth wordt Naomi uiteindelijk grootmoeder van Obed – de opa van koning David. Haar bitterheid is niet het einde.

Ik weet niet welke naam jij jezelf vandaag geeft. Misschien noem jij jezelf een mislukkeling, een chaoot of een Mara. Of misschien heb je het gevoel dat je identiteit vooral gevormd wordt door wat anderen ooit over je gezegd hebben.

Maar wat als God jou een naam mag geven?

In Jesaja 43:1 (NBV21) zegt Hij: “Wees niet bang, want Ik heb je verlost. Ik heb je bij je naam geroepen, je bent van Mij.” Dat is misschien wel de meest fundamentele waarheid over identiteit in de Bijbel: je bent van God. Geroepen, gekend en geliefd. Je naam ligt niet vast in je verleden, maar in Zijn handen.

En in Christus krijgen we allemaal een nieuwe naam. 2 Korintiërs 5:17 (NBV21) zegt: “Als iemand in Christus is, is hij een nieuwe schepping: het oude is voorbijgegaan, het nieuwe is gekomen.” Dat betekent niet dat je jezelf verliest – het betekent dat je eindelijk wordt wie je ten diepste bent: een kind van God.

 
Een nieuwe identiteit
God herschrijft namen. En in die herschrijving ligt hoop. Of je nu worstelt met het gevoel vast te zitten in je verleden, of je identiteit zoekt in prestaties of goedkeuring – je mag weten: er is een Naam boven alle namen, die jou roept. Niet zoals de wereld je noemt, niet zoals jij jezelf misschien ziet, maar zoals Hij jou ziet.

Gebed: Heer, U kent mij bij naam. U ziet mij zoals ik ben – en zoals ik mag worden. Help mij om de oude namen los te laten die ik mezelf heb gegeven of die anderen mij hebben toegeschreven. Spreek Uw waarheid over mij uit. Laat mij mijn ware identiteit vinden in U. Amen.
 


Bron: https://www.zoeklicht.nl/artikelen/shem-de-naam-7574

 
Geschreven door: Naomi Goedhart

Inschrijven nieuwsbrief

.