Een aantal weken geleden werd er in onze woonplaats een dorpsmaaltijd georganiseerd. Drie kerken hadden de handen ineen geslagen om dit te realiseren. Omdat ik dit een mooi initiatief vind, heb ik meegeholpen met de organisatie van deze maaltijd.Met al die verschillende mensen gingen we aan de slag.. Ik was chef soep. ‘Dat lukt me wel hoor!’ riep ik stoer. Maar het aantal mensen voor de maaltijd groeide en groeide. Ik slikte. Voor 100 mensen moest ik soep klaarmaken.
Samen
Ik schakelde een vriendin in. Zij heeft een pas voor de groothandel, dus een dag van tevoren gingen we inkopen doen. Nu moet ik eerlijk bekennen dat ik niet zo’n fantastische kok ben en ik daarom nogal zenuwachtig was. Ik had mijn dochter gevraagd of ze wilde helpen met koken en dat wilde ze! Samen waren wij druk in de keuken. Doordat we van verschillende kerken komen, kenden we sommige mensen niet zo goed. Sommigen kende ik alleen van gezicht of via via. Op een gegeven moment kwam er een vrouw de keuken in en ze riep verbaasd uit: ‘Dat is zeker je dochter!’ Mijn dochter heeft dezelfde gelaatstrekken in haar gezicht als ik, waardoor mensen al vrij snel door hebben dat we bij elkaar horen. Hoe vaak heeft zij niet te horen gekregen: ‘Wat lijk jij op je moeder.’Als ouder is het leuk om te horen en te zien dat je kinderen op je lijken. Niet alleen qua uiterlijk, maar ook qua karakter. Maar wie net als ik tieners heeft, weet dat kinderen niet altijd geassocieerd willen worden met hun ouders. Stel je voor dat je moeder of vader je voor gek zet bij je vrienden.
God als Vader.
En omdat wij Zijn kinderen zijn, heeft God de Geest van Zijn Zoon in ons hart gegeven. Zodat we God kunnen aanspreken met Abba, Vader!
(Gal 4:6 combinatie HSV/HTB)
Vinden jullie bovenstaande tekst ook zo mooi? Door de Geest van Jezus mogen wij God aanroepen als onze Vader. Net zoals wij voor onze kinderen zorgen, zo wil God ook voor jou zorgen. Net zoals onze kinderen thuis zijn bij ons, mogen wij ook thuis zijn bij Hem. Onze identiteit ligt in dit kindschap. Maar net als onze tieners zich soms schamen voor hun ouders, heb ik dit zelf ook vaak bij God. Als Zijn kinderen mogen we lijken op de Vader, maar net als de twee zonen in de gelijkenis gaan we liever onze eigen weg. De ene zoon ver weg, waar plezier is. De andere zoon dichtbij, maar hij leeft als een slaaf en niet als een zoon. En toch, God nodigt ons steeds weer uit om bij Hem thuis te komen.
God nodigt ons uit om Hem te aanvaarden als onze Vader. Dan kunnen we ook uitdelen van deze liefde. We mogen op onze Vader lijken. We hebben zelfs een oudste Broer die het heeft voorgedaan, zodat wij ook thuis mogen komen bij Hem. Bij de dorpsmaaltijd hebben we dit ook gedaan. We zijn allemaal Zijn kinderen. We zijn verschillend en we hebben kerkmuren tussen onze verschillen gezet. Maar het was zo mooi en fijn om met elkaar iets uit te delen van Gods liefde. Om als broers en zussen iets te laten zien van het liefdevolle hart van God.
Laten we nooit vergeten dat Jezus dit mogelijk heeft gemaakt. Dat we door Zijn offer Gods kinderen genoemd mogen worden. Ja, ook met al die broers en zussen die we soms minder aardig vinden. Waar we het mee oneens zijn. Want samen vormen we Gods kerk. Gods huisgezin. Als we zo leven, zullen de mensen zeggen: ‘Jij hoort zeker bij Hem?’
Want aan de onderlinge liefde zullen de mensen zien dat jullie Mijn leerlingen zijn. (Joh 13:35 HTB).
Geschreven door Dineke Gerritsen