Misschien ken je het wel: dat kinderliedje “Tot 7 maal 70 maal, vergeef ik de ander zijn schuld. (Elly&Rikkert). Het klinkt zo eenvoudig, bijna vrolijk. En inderdaad: de Bijbel is daar helder over: Jezus roept ons op om te vergeven, keer op keer. Maar in de praktijk voelt dat vaak heel anders. Want hoe vergeef je een diepe wond? Hoe laat je los wat jou pijn heeft gedaan? Soms willen we gehoorzaam zijn en het direct goed doen. “Ik moet gewoon vergeven, want dat zegt God”. Daar ontstaat een spanning: vergeving is een opdracht, maar tegelijk vaak een proces. Een weg waarin rouw, boosheid en erkenning van pijn niet worden overgeslagen, maar juist onderdeel zijn van genezing.
En Jozef dan, die zoveel verraad heeft meegemaakt? Het leven dat hij kende moest loslaten. Twintig jaar later ontmoette hij zijn broers opnieuw. Kon hij hen meteen vergeven? Had hij hen al vergeven voordat die dag kwam? Of ging daar een lange weg van verdriet, verlies en Gods leiding aan vooraf?
De pijn (h)erkennen: rouw en boosheid
Jozef werd als tiener door zijn eigen broers verraden. Ze lachten om zijn dromen, gooiden hem in een put en verkochten hem als slaaf. Hij verloor niet alleen zijn familie, maar ook zijn jeugd, zijn vrijheid. We lezen zijn verhaal soms snel, alsof het een aaneenschakeling van gebeurtenissen is die uiteindelijk goed afloopt. Maar achter die verzen zit een mensenhart. Jozef was mens, geen superheld. Hij heeft ongetwijfeld gerouwd om wat hem is afgenomen. Er zijn tranen geweest, momenten van boosheid en eenzaamheid.
Wanneer Jozef zijn broers later terugziet, wordt zichtbaar dat de wonden diep zaten. Hij herkent hen, maar zij hem niet. In plaats van zich direct bekend te maken, test hij hen. Hij spreekt hen streng toe, beschuldigt hen, en trekt zich meerdere keren terug om te huilen (Genesis 42–43).
Dat laat zien: Jozef worstelde. Het verleden was niet zomaar uitgewist. Ook wij willen soms het liefst “snel vergeven”, omdat we weten dat God het vraagt, of omdat anderen dat van ons verwachten. Maar ons hart kan niet overslaan wat eerst gevoeld moet worden: boosheid, verdriet, teleurstelling.
De Psalmen laten zien dat God ruimte geeft om ons hart rauw bij Hem uit te storten. Ook die emoties mogen er zijn. Vergeving begint niet bij doen alsof het je niet raakt, maar bij het (h) erkennen van wat is gebeurd.
Proces van loslaten
Wanneer Jozef zijn broers opnieuw ontmoet, zien we dat vergeving geen goedkoop gebaar is. Hij test hen eerst, hij neemt tijd. Het laat zien dat vertrouwen herstellen stappen en tijd kost. Vergeving betekent niet dat je doet alsof het kwaad er niet was. Het betekent juist dat je het erkent en vervolgens loslaat in Gods handen. Loslaten is zelden een eenmalige keuze. Elke keer wanneer de herinnering terugkomt, mag je opnieuw kiezen om het niet vast te houden. Niet omdat het makkelijk is, maar omdat je niet gevangen wilt blijven in bitterheid. Het gaat om vrijheid voor je eigen hart. Ook de Bijbel spreekt hierover: “Vergeef elkaar, zoals de Heere u vergeven heeft” (Kolossenzen 3:13, HSV). Wij hoeven het kwaad niet goed te praten, maar we mogen leren loslaten vanuit Gods overvloedige vergeving aan ons.
Gods perspectief
Na een lange weg van tranen en worsteling komt Jozef tot de woorden: “God heeft mij voor jullie uit gezonden tot behoud van jullie leven” (Genesis 45:5, HSV) en later: “Jullie hebben kwaad tegen mij bedacht, maar God heeft dat ten goede gedacht” (Genesis 50:20, HSV). Hij erkent het kwaad EN plaatst het in Gods grotere plan. Dat is het moment van loslaten. Het vers staat niet aan het begin van het verhaal. Pas na jaren van verraad, gevangenschap en Gods leiding kan hij dit zeggen. Betekenis geven aan pijn kan helpen bij heling. Als je lijden een plek krijgt in een groter verhaal, wordt het draaglijker. Dat is wat Jozef hier ook belijdt: mijn leven en lijden is onderdeel van Gods grotere plan om vele mensen te redden. Dat is het wonder van Gods perspectief: Hij schrijft Zijn verhaal dwars door onze gebrokenheid heen.
Voor jou
Misschien zit jij ook in een proces van vergeving. Weet dit: het hoeft niet in één dag klaar te zijn. Vergeving is geen knop die je omzet, maar een weg die je mag bewandelen. Soms met tranen, soms met strijd, soms met kleine stapjes vooruit. In gehoorzaamheid aan Gods uitnodiging om lief te hebben en te vergeven. Dit mag samengaan met rouw en boosheid en gezonde grenzen. Het is geen goedpraten van het kwaad, maar het toevertrouwen aan God. Uiteindelijk het leren loslaten bij God. Weten dat God zelfs de diepste wonden gebruikt voor herstel en leven.
En je hoeft dit niet alleen te doen. De Heilige Geest helpt je om te bidden wanneer je zelf geen woorden hebt. Jezus is jouw Voorspreker, die jouw pijn kent en je helpt om stap voor stap te kiezen voor vrijheid.
Bid je met ons mee?
Heere, U kent mijn hart. U weet waar ik pijn draag door wat anderen mij hebben aangedaan. Leer mij mijn verdriet en boosheid niet weg te stoppen, maar bij U te brengen. Geef mij de moed om stap voor stap te leren vergeven, zoals U mij vergeven hebt. Laat mij ervaren dat Uw genade genoeg is, ook in dit proces. Vul mijn hart met Uw vrede, en leer mij los te laten wat ik zelf niet dragen kan. Amen.
Geschreven door: Martine van Dam