Jozef belandt op zijn knieën als de bewaker hem met een harde duw de cel induwt. ‘Ga hier maar liggen rotten, stomme buitenlander!’ De deur valt met een klap achter hem dicht. Hij hoort het knarsen van het slot. De bewakers lachen en praten met elkaar maar het geluid wordt steeds zachter naarmate ze weglopen. Jozef blijft alleen achter.
Van rijkeluiszoontje naar gevangenisboef
Hoe heeft zijn leven zo’n wending kunnen nemen? Hij denkt terug aan de tijd bij zijn vader. Hij de lievelingszoon en misschien ook wel de gedroomde opvolger. Maar die broers van hem moesten niets van hem hebben. Verraden en verkocht naar Egypte.
Bij Potifar werkte hij hard. En God was met hem. Alles leek te lukken. Want zoals je misschien weet, Jozef had dromen. Jozef had hele grote dromen. En daar werkte hij voor. Maar nu lijken zijn dromen verder weg dan ooit. Hij snapt er niets van. Met een zucht draait hij zich om. Hij staart door de tralies heen. Dit was niet waar hij van droomde.
Dromen die niet lijken uit te komen
Ken je dat gevoel? Je weet het zeker. Je hebt een droom van God. Het is helemaal duidelijk waar je met je leven heen moet. Een opleiding die je moet kiezen, of een creatieve richting die je gaat volgen. Dit móét het zijn. Maar dan komt de tegenslag. Je wordt niet aangenomen voor de opleiding, het werk gaat niet zoals jij wilt. In je persoonlijk leven zijn tegenslagen. En daar zit je dan. God , heb ik me vergist? Dit was toch de richting die ik op moest gaan?
Ik vraag me af hoe het voor Jozef was. Weten jullie nog de dromen van Jozef? De zon, maan en sterren zouden voor hem buigen! Zie jij het nog voor je? Hij daar in de gevangenis. Niemand buigt voor hem. Hij staat op de laagste plek in de maatschappij.
Wat doe jij als je zo’n tegenslag hebt? Wat doe ik als ik zo’n tegenslag heb?
Een gezegend leven
Maar de HEERE was met Jozef en bewees hem zijn goedertierenheid. (Gen 39:21a HSV)
Steeds weer lezen we het in het verhaal van Jozef: De HEERE was met Jozef. God zelf zag zijn leven en gaf hem zegen. Jozef hoefde alleen maar dicht bij Hem te blijven. Het goede te geven aan de mensen om hem heen. Ook daar in de gevangenis.
Ten minste twee jaar heeft hij daar gezeten. Zal hij nog vaak aan zijn dromen gedacht hebben? Aan zijn leven van vroeger?
Het verhaal van Jozef laat mij zien dat het niet gaat om mijn activiteiten. Het gaat niet om de plek waar ik sta. Het gaat erom of God erbij is. Of ik op elke plek God dien. Dicht bij Hem blijf. Twee jaar lang, het is een lange tijd. Maar God is erbij. En we weten dat het leven van Jozef een andere wending nam. We weten dat Jozef uiteindelijk tot zegen werd voor zijn volk. Voor Gods volk. Soms lijkt het alsof alles tegenzit. Alsof onze dromen niet uitkomen. Maar wij mogen verder kijken. We mogen hopen en God verwachten. Want God is nabij in al onze omstandigheden.
En wij weten dat voor hen die God liefhebben, alle dingen meewerken ten goede. (Rom 8:28a HSV)
Geschreven door: Dineke Gerritsen