Iemand troosten met de troost waarmee je zelf (door God) getroost bent. Ken je deze uitspraak? Maar wat betekent dat precies? Bestaat dat uit er zijn voor iemand anders die hetzelfde heeft meegemaakt als jij of is meer?
Zodat wij hen kunnen troosten
Onlangs was het de Europese Week van de Vruchtbaarheid. Deze week is bedoeld om aandacht te vragen voor het feit dat kinderen krijgen niet voor iedereen vanzelfsprekend is en het onderwerp (beter) bespreekbaar te maken. (On)vruchtbaarheid is een groot thema, dat mij ook persoonlijk raakt; mijn man en ik kunnen geen kinderen krijgen. Ik heb nu vrede met onze situatie, maar daar is een heel proces aan vooraf gegaan.
Omgaan met lijden
Als kind werd mij verteld dat als je iets ergs overkomt, dat (ook) is zodat je later weer iemand anders, die hetzelfde meemaakt als jij, kunt helpen en troosten. Jong als ik was, vroeg ik me wel af of God dan niet gewoon al het lijden van iedereen kon voorkomen zodat er in de eerste plaats niemand getroost hoefde te worden, maar dit was toch het uitgangspunt van hoe ik met lijden omging toen een aantal jaren na onze trouwdag een zwangerschap uitbleef. Ik verwachtte steun te krijgen van mensen in mijn omgeving die ook moeite hadden (gehad) met kinderen krijgen. En toen bij mij de scherpe kantjes er vanaf waren verwachtte ik ook zelf iets voor anderen in dezelfde situatie te kunnen betekenen. De praktijk bleek echter weerbarstiger. Ik voelde me toch wel een beetje teleurgesteld in mijn omgeving en misschien wel vooral in mezelf. Ik besloot de Bijbeltekst op te zoeken waarop dit denkbeeld en mijn verwachting gebaseerd waren.
Die staat in 2 Korinthe 1, vanaf vers 3: Geprezen zij de God en Vader van onze Heere Jezus Christus, de Vader van de barmhartigheden en de God van alle vertroosting, Die ons troost in al onze verdrukking, zodat wij hen kunnen troosten die in allerlei verdrukking zijn, met de vertroosting waarmee wij zelf door God getroost worden.
Allerlei
Mijn ogen vielen op het woordje ‘allerlei.’ Er staat niet: Die ons troost in verdrukking A, zodat wij hen kunnen troosten die in verdrukking A zijn en/of: Die ons troost in verdrukking B, zodat wij hen kunnen troosten die in verdrukking B zijn. Nee, volgens deze tekst troost God ons in AL ons lijden, zodat we anderen in ALLERLEI lijden kunnen troosten. Je hoeft dus niet hetzelfde meegemaakt te hebben om er voor iemand te kunnen zijn en naast hem of haar te kunnen staan in waar hij of zij
doorheen gaat, al kan dat misschien wel helpen. Ik weet uit ervaring dat het contact met lotgenoten uitermate opbouwend kan zijn, maar eerlijk gezegd sta ik ook vaak met mijn mond vol tanden als iemand mij vertelt over zijn of haar vruchtbaarheidsproblemen. Dat ik weet hoe dat is, maakt niet dat ik er veel gemakkelijker op kan reageren, beter weet wat ik moet zeggen of me minder ongemakkelijk voel. Het maakt misschien wel dat ik me beter in de gedachten een gevoelens van de persoon kan verplaatsten, maar iemand zien lijden, blijft ongemakkelijk. Het voelt machteloos. Je wilt het lijden wegnemen, maar er is niets wat je er tegen kunt doen.
Ik ben erbij
Maar hoe troost God ons dan? Wat is de troost waarmee Hij ons troost? Ik denk dat Gods troost in de eerste plaats daaruit bestaat dat Hij er is. Hij troost ons met Zijn aanwezigheid. ‘Ik ben erbij.’ God komt bij je in je ellende, Hij komt bij je in de put, in plaats van je van bovenaf toe te roepen wat je moet doen. Jezus Zelf is vanuit de hemel afgedaald naar onze wereld – met al haar gebrokenheid – en heeft te midden van alle ellende verlossing gebracht door te sterven aan een kruis. Hoe bijzonder is dat! En wist je dat ‘Trooster’ ook één van de namen van de Heilige Geest is? Voordat Jezus weer naar de hemel opvoer beloofde Hij ons niet als wezen achter te laten – eenzaam en verlaten -, maar de Heilige Geest te sturen: een andere Trooster, die voor eeuwig bij ons blijft. (Johannes 14:16-18).
Zo mogen we ook elkaar troosten. Het is vaak genoeg om er gewoon te zijn en gewoon te luisteren. En daarbij mag je beseffen dat God ook door jou heen aanwezig is. Je kunt het iemands lijden niet minder zwaar maken, maar wel minder eenzaam.
Lees ook: Van gebrokenheid tot zegen