Samen in eenheid

Samen in eenheid

Geschreven door Gerdina 24 november, 2020

Handelingen 2:46,47 ”Elke dag kwamen ze trouw en eensgezind samen in de tempel, braken het brood bij elkaar thuis en gebruikten hun maaltijden in een geest van eenvoud en vol vreugde. Ze loofden God en stonden in de gunst bij het hele volk. De Heer breidde hun aantal dagelijks uit met mensen die gered wilden worden.” 

Enthousiast en dankbaar ploffen manlief en zijn vriend naast elkaar neer op een stoel. Ze komen net terug van de eerste gebedswandeling door ons dorp. Al lange tijd is dit een gezamenlijk verlangen en vanavond was het dan zover. Ze beginnen te vertellen hoe bemoedigend en opbouwend deze wandeling is geweest. Blij kijken ze elkaar aan en spreken naar elkaar uit: ‘Mooi dat jij een zuster hebt meegenomen en ik een broeder.’

Zonder kerkmuren

Vanaf de bank zie en hoor ik dit aan én ben ik zeker dankbaar voor de mooie wandeling die zij hebben gehad maar die laatste opmerking blijft bij mij hangen. Hoewel wij eens in dezelfde gemeente zaten als onze vrienden, is God met ieder van ons een andere weg gegaan waardoor we niet langer meer bij dezelfde gemeente aangesloten zijn. Het is gelukkig nog steeds ons gezamenlijk verlangen om in eenheid en kerkmuuroverstijgend op te trekken. ‘Waarom leggen jullie dan zo de nadruk op die kerkmuur?’ verwijt ik mijn man en zijn vriend in gedachten…

Wat de eerste gemeentes ons leren

Twee dagen later lees ik Handelingen 2, waaronder de verzen 46 en 47. Het raakt me. Het is alsof ik dit gedeelte voor het eerst lees en het nu pas zie. Wat maakt dat de eerste gemeenten zo krachtig waren? Zij trokken op in eenheid, deden alles gezamenlijk. Naar de tempel gaan, Avondmaal vieren, eten, God loven. Dit werd ook door de mensen ‘buiten’ (het volk) gezien. Juist door die eenheid stonden zij in de gunst bij het hele volk. En hoe reageert God hierop? ‘Hij breidde hun aantal dagelijks uit met mensen die gered wilden worden.’

Wat maakt dat de eerste gemeenten zo krachtig waren? Zij trokken op in eenheid, deden alles gezamenlijk. Naar de tempel gaan, Avondmaal vieren, eten, God loven.

Ik moet gelijk terugdenken aan de opmerking van mijn man en zijn vriend na de gebedswandeling. Waarom raakt dit me zo? Hoewel het vaak onbedoeld en ongewild is, werpen we als gelovigen (kerk)muren op door naar elkaar te benadrukken uit welke gemeente/stroming/denomenatie we afkomstig zijn. Vervolgens plakken we elkaar (in gedachten) een stempel op: ‘Oh, jij komt uit een zware hoek waar niets mag en het allemaal zo ernstig is. Oh, jij bent zo’n lichte waar alles mag en het zo zweverig is.’ En alles wat daar nog tussenin zit 😉.

Verlangen naar eenheid

Het is zó Zijn verlangen dat we in eenheid optrekken en als we dat gaan doen, dán gaat Hij mensen toevoegen aan Zijn gemeente. Die eenheid is ook waar ik naar verlang. Ik neem me dan ook voor om mezelf in het vervolg voor te stellen als ‘een volgeling van Jezus’… Die avond zijn onze vrienden bij ons op bezoek. Ik deel wat er in mijn hart leeft en spreek mijn verlangen uit om met elkaar het Avondmaal te vieren. Om in eenheid samen op te trekken, God te loven zodat de mensen ‘buiten’ dit gaan zien. Niet tot eer van onszelf maar tot uitbreiding van Zijn Koninkrijk. Een mooi moment van Avondmaal volgt…

Heer, wat een voorrecht om in liefde te gaan,
schouder aan schouder in Uw wijngaard te staan,
samen te dienen, te zien wie U bent,
want Uw woord maakt Uw wegen bekend.

Samen op weg gaan, dat is ons gebed,
als een volk, dat juist daarvoor door U apart is gezet,
vol van Uw liefde, genade en kracht,
als een lamp, die nog schijnt in de nacht.

Samen te strijden in woord en in werk,
één zijn in U, dat alleen maakt ons sterk,
delen in vreugde, in zorgen, in pijn,
als Uw kerk, die waarachtig wil zijn…
(Opwekking 249)

Lees ook: Gedenk Mij, Telkens Opnieuw

You may also like